
Intermitterend vasten is tegenwoordig een populaire gezondheidsstrategie. Het idee is eenvoudig: je beperkt de uren waarin je eet, zodat je lichaam langer kan vasten. Bijvoorbeeld: als je normaal ontbijt om 7 uur ’s ochtends en je laatste maaltijd om 21.00 uur afrondt, vast je zo’n 10 uur. Maar wanneer je je eeturen beperkt tot 12.00 tot 20.00 uur, verleng je de vastenperiode naar 16 uur. Dat wordt vaak genoemd als het ideaal.
De gedachte achter deze moderne trend is om het aantal uren dat je spijsvertering bezig is met eten te verkorten, en de uren waarin je lichaam rust en herstelt te verlengen. Maar Ayurveda laat zien dat intermitterend vasten helemaal geen nieuwe uitvinding is. In feite kun je zeggen dat Ayurveda het al duizenden jaren geleden heeft 'uitgevonden'.
Toch zijn er vanuit Ayurvedisch perspectief belangrijke nuances die vaak worden gemist in de moderne aanpak. Laten we kijken hoe Ayurveda en intermitterend vasten elkaar overlappen, en waar je extra aandacht aan moet besteden.
Wacht op je echte honger
Ayurveda adviseert om pas te eten wanneer je daadwerkelijk honger ervaart. Dat betekent: geen tussendoortjes en geen maaltijden uit gewoonte. Door te wachten tot je spijsverteringsvuur (agni) weer klaar is, kan de spijsverteringscyclus volledig worden afgerond. Dit geeft je organen de kans om optimaal te functioneren en zich ook te wijden aan andere processen, zoals het afbreken van oude cellen, het reguleren van hormonen en het verwerken van afvalstoffen.
Wanneer je niet wacht tot je honger voelt – of je agni niet corrigeert wanneer het te sterk of te zwak is – mis je een kernaspect van gezond eten.
Laat je spijsvertering mono-tasken
Ayurveda benadrukt dat een gezonde volwassene per maaltijd ongeveer twee handenvol voedsel zou moeten eten, en daarna wachten tot er opnieuw echte honger ontstaat. Dit is de basis van ‘dagelijks vasten’: rustmomenten tussen maaltijden door.
Dat verschilt van de meer intensieve vastenperiodes die tijdens Panchakarma (een Ayurvedische detoxkuur) worden toegepast. Voor het dagelijks leven gaat het erom dat je spijsvertering niet voortdurend overbelast wordt, maar de kans krijgt om één taak tegelijk goed te doen.
Maak van je lunch de hoofdmaaltijd
Waar de moderne westerse cultuur vaak de nadruk legt op een stevig avondmaal, zegt Ayurveda juist dat de lunch de grootste maaltijd van de dag zou moeten zijn. Rond het middaguur is je spijsverteringskracht het sterkst. Op dat moment kan je lichaam een voedzame en zwaardere maaltijd het beste verteren.
Het avondeten daarentegen zou licht en vroeg moeten zijn. Idealiter ben je rond 18.00 uur klaar met eten, zodat je lichaam voor het slapengaan al grotendeels klaar is met verteren. Hierdoor kan je lever en andere organen zich ’s nachts richten op hun essentiële taken, zoals het zuiveren van het bloed, het afbreken van oude cellen en het ondersteunen van je immuunsysteem.
Wanneer je laat eet – bijvoorbeeld om 21.00 of 22.00 uur – is je lever nog volop bezig met de spijsvertering, terwijl dit eigenlijk de tijd is dat hij zich moet bezighouden met reiniging en herstel. Bovendien verhoogt laat eten de kans op ama (afvalstoffen), omdat je metabolisme ’s avonds vertraagt.
Ontbijt niet overslaan
Veel mensen die aan intermitterend vasten doen, slaan hun ontbijt over en eten pas rond de middag. Hoewel dit het aantal uren vasten verlengt, kan het je metabolisme juist vertragen. Ayurveda raadt aan om de stofwisseling al vroeg op de dag te activeren. Dat hoeft geen groot ontbijt te zijn: iets lichts, zoals warm water, een stukje fruit of een lichte pap, kan je spijsvertering wakker maken en je lichaam voorbereiden op de dag.
Als je ’s ochtends geen honger ervaart, is dat een signaal dat je agni ondersteuning nodig heeft. Juist dan is het belangrijk om je spijsvertering voorzichtig te stimuleren, in plaats van het nog meer te onderdrukken.
Timing doet ertoe
Intermitterend vasten draait niet alleen om het aantal uren dat je eet of vast, maar vooral om wélke uren je kiest. Vanuit de Ayurvedische dosha-klok is het duidelijk dat de spijsvertering rond de middag het sterkst is, en dat late maaltijden het lichaam belasten.
Dat betekent dat er een groot verschil is tussen vasten van 7.00 tot 16.00 uur, of van 12.00 tot 20.00 uur – ook al zijn beide schema’s acht uur eten en zestien uur vasten. Het eerste schema sluit aan bij de natuurlijke ritmes van je lichaam, terwijl het tweede er juist tegenin gaat.
Door je eetmomenten te laten samenvallen met de doshische klok, ondersteun je niet alleen je spijsvertering, maar ook de herstelprocessen die ’s nachts plaatsvinden.
Conclusie
Intermitterend vasten is dus geen nieuwe trend – Ayurveda kent het al eeuwenlang. Maar Ayurveda doet dit op een manier die synchroon loopt met je lichaam en de natuur.
De sleutelpunten zijn:
-
eet pas weer wanneer je echt honger hebt
-
gun je spijsvertering 5 tot 6 uur rust tussen de maaltijden
-
maak van de lunch je hoofdmaaltijd
-
houd je diner licht en vroeg
-
en sla het ontbijt niet helemaal over
Door deze richtlijnen te volgen, profiteer je van de voordelen van vasten én bescherm je je spijsvertering en energie. Zo wordt intermitterend vasten niet alleen een modegril, maar een duurzame leefstijl die je vitaliteit ondersteunt. 🌿
Reactie plaatsen
Reacties